Vrijwilligerswerk in Oeganda
In de zomer tussen mijn eerste en tweede master had ik het gevoel dat ik eindelijk wat medische kennis had vergaard. Ook al was die nog niet van een hoog niveau, had ik sterk de drang om deze te gebruiken om goed te doen. Niet veel later besloot ik een maand vrijwilligerswerk te doen in Oeganda, en dat was een goede beslissing. Hier had ik niet alleen de kans om opnieuw kennis te maken met een nieuw land en een nieuwe cultuur, maar ik kon ook bijdragen aan een maatschappij op een manier die ik nog niet eerder ervaarde. Daarnaast leerde ik er mensen kennen van over heel de wereld, wat aanleiding gaf tot leuke en diepgaande gesprekken.
We trokken samen met lokale artsen de sloppenwijken in waar geen enkele vorm van gezondheidszorg beschikbaar was. De inwoners konden zich dan gratis aanmelden om gezondheidsadviezen en medicatie te verkrijgen. Ook werden "mama-kits" uitgedeeld aan hoogzwangere vrouwen die verwacht werden hun eigen materiaal mee te brengen naar het ziekenhuis voor hun bevalling.
We verzamelden eveneens wekelijks met een groepje vrouwen waar we allen op een veilige manier onze verhalen en ervaringen deelden. Met elk thema probeerden we hen te empoweren en, op een respectvolle manier, te ondersteunen in het verkrijgen van zelfstandigheid en onafhankelijkheid ondanks eventuele culturele obstakels.
Verder gingen we langs in scholen en deelden we informatie over typische gezondheidsproblemen bij jongeren, zoals blaasontstekingen, en boden ook hier hulp waar nodig.
Tot slot verzamelden we twee maal per week de straatjongens in Kampala en voorzagen hen van eten, drinken en een douche. We verzorgden hun wonden of hielpen hen met andere gezondheidsproblemen. Daarnaast, en misschien nog belangrijker, bespraken we het belang van goede normen en waarden en praatten we over wat goed en slecht is. We speelden spelletjes niet enkel om plezier te beleven, maar ook om hun onderlinge samenhorigheid te versterken.
Buitenlandse stage
Al vroeg in mijn opleiding realiseerde ik me hoe belangrijk het is om inzicht te hebben in verschillende gezondheidszorgsystemen. Zowel tijdens mijn praktijkervaringen binnen de opleiding als bij stages die ik vrijwillig deed, merkte ik grote verschillen in de manier waarop geneeskunde werd beoefend en welke invloed die verschillen hebben op de zorg voor patiënten. Daarom twijfelde ik geen seconde om deze kans op buitenlandse stage met beide handen te grijpen. Ik koos bewust voor twee uiteenlopende bestemmingen om mezelf maximaal onder te dompelen in andere medische omgevingen, elk met hun unieke inzichten en uitdagingen in vergelijking met mijn ervaringen in België.
Montpellier
Voor mijn eerste buitenlandse stage trok ik een maand naar Montpellier, waar ik een rotatie endocrinologie deed in het universitair ziekenhuis. Een belangrijke motivatie voor deze bestemming was mijn wens om mijn Frans te verbeteren. Om kwalitatieve zorg te kunnen bieden is vlotte communicatie essentieel en een belangrijke taalbarrière kan daar een grote hinderpaal in zijn. In een klein en tweetalig land als België zullen Franstalige patiënten een regelmatige realiteit zijn, waardoor ik het een must vind om mij ook in het Frans te kunnen uitdrukken. Onder het motto "work hard, play hard" vond ik Zuid-Frankrijk de ideale bestemming.
Ik weet niet goed wat ik van het ziekenhuis had verwacht, maar het was in ieder geval anders dan de realiteit. De grootte en de universitaire status van het ziekenhuis leidde ertoe dat patiënten van ver naar hier kwamen, waardoor ik dacht een gelijkaardige, gestroomlijnde organisatie als in België te treffen, maar dat bleek niet het geval te zijn. De assistenten maakten hun notities digitaal, maar hadden geen toegang tot een elektronisch patiëntendossier. Als patiënten hun voorgaande brieven en onderzoeksresultaten niet zelf op papier meebrachten, wat vaak het geval was, werden andere artsen opgebeld of bleef de voorgeschiedenis van chronische aandoeningen, zoals diabetes, grotendeels onbekend.
Daarnaast konden huisartsen ziekenhuisopnames en alle onderzoeken vooraf aanvragen, zonder bijkomende bevestiging of supervisie van een specialist. De medicatieschema’s, onderzoeksaanvragen en verpleegkundige nota’s gebeurden bovendien uitsluitend op papier. Tot slot waren de helft van de assistenten op de afdeling endocrinologie eigenlijk gynaecologen in opleiding.
Het ging er dus heel anders aan toe dan bij ons. Hoewel ik aanvankelijk moeite had met het gebrek aan structuur en informatie, bood het ook een waardevolle leerkans. Het vereiste om langer stil te staan bij de pathologie van elke patiënt en stimuleerde analytisch denken en klinisch redeneren, iets wat in latere stages goed van pas kwam.
Wat mijn Frans betreft, was één maand misschien wat ambitieus om grote verbeteringen te verwachten, maar ik merk dat ik me nu veel vlotter durf uit te drukken in de taal. Alleen al dat beschouw ik als een grote meerwaarde in zowel mijn persoonlijke als professionele Franse communicatie.
Kaapstad
Als tweede bestemming koos ik voor Kaapstad. In de eerste plaats wilde ik mezelf bewust buiten mijn comfortzone plaatsen. Ik ben ervan overtuigd dat je het meest leert in het ongemak dat onzekerheden en onbekendheden met zich meebrengen. Daarnaast sprak Zuid-Afrika me aan door de grote maatschappelijke contrasten die het land nog steeds ervaart als erfenis van de Apartheid. De kloof tussen arm en rijk vertaalt zich ook in de gezondheidszorg en lijken publieke en private ziekenhuizen bijna twee verschillende werelden. Dat contrast wou ik graag zelf ervaren.
Bovendien staat Zuid-Afrika bekend om zijn hoge gewelds- en criminaliteitscijfers, wat zich vertaalt in een specifieke medische expertise, namelijk trauma. Deze discipline is geen aparte specialiteit aan onze universiteit en daarbij is het soort trauma’s die hier voorkomen nauwelijks te vergelijken met wat in België zou bestempeld worden als trauma. Ik koos dus bewust voor een rotatie op de traumadienst om te leren omgaan met crisissituaties, snel te kunnen denken en adequaat te handelen, zelfs met beperkte middelen. Na mijn rotatie op trauma zal ik ook nog een stage lopen op de afdeling gynaecologie van het Tygerberg ziekenhuis.
Trauma unit
Hoewel ik bewust voor de trauma unit koos om iets volledig anders te ervaren dan in België, kreeg ik tijdens mijn eerste shift toch een kleine cultuurshock. Patiënten lagen in bedden naast elkaar zonder afscheidingen in vier verschillende hokken volgens de urgentie van hun pathologie. Wie niet in levensgevaar was en recht kon zitten, kreeg gewoon een stoel toegewezen tegenover de bedden. Ook de gangen lagen vol patiënten, enerzijds door een gebrek aan plaats, anderzijds door een gebrek aan artsen en middelen, waardoor patiënten gemiddeld enkele dagen op de trauma unit verbleven.
Pathologie
De patiëntenpopulatie bestond uitsluitend uit slachtoffers van schot- en steekwonden, interpersoonlijk geweld en verkeersongevallen. Veel van hen werden reeds opgevangen in een regionaal ziekenhuis, maar werden doorverwezen vanwege een transfusiebehoefte, de ernst van hun kritieke toestand, de nood aan gespecialiseerde chirurgie of simpelweg omdat de regionale (publieke) ziekenhuizen niet over een CT-scan beschikken.
Ik werkte in een vast team en draaide mee met de lokale artsen tijdens hun dag-, nacht- en weekendshifts. Na triage was het de bedoeling dat ik zelfstandig een patiënt ging zien, evalueerde en een voorstel tot beleid formuleerde, dat ik vervolgens met een arts aftoetste, vooraleer ik dat beleid opnieuw zelfstandig uitvoerde. Gezien de aard en urgentie van de pathologie verbaasde die mate van verantwoordelijkheid mij, maar de hechte band die ik snel opbouwde met het team gaf me snel het vertrouwen om die rol op te nemen.
Ik maakte kennis met de Lodox-scan, hechtte talloze wonden, leerde een E-FAST uitvoeren en interpreteren en plaatste thoraxdrains bij patiënten met een hemo- of pneumothorax. Daarnaast hielp ik bij de verzorging van brandwonden, het reduceren van open fracturen en assisteerde ik de artsen bij een urgente thoracotomie op de traumadienst…
Middelen
Naast de uitzonderlijke pathologie was ik verbaasd over de beperkte middelen waar het ziekenhuis over beschikte. Tygerberg is het publieke referentieziekenhuis voor de helft van de West-Kaap en beschikt slechts over één MRI- en één CT-toestel. Ook basismateriaal zoals spuiten, naalden, lidocaïne, pleisters, windels en steriele handschoenen waren regelmatig op.
Bloedafnames gebeurden uitsluitend met behulp van een naald op een 10 ml-spuit, waarbij het bloed nadien werd verdeeld over de verschillende tubes. Een garrot was niet beschikbaar en patiënten waren frequent ondervuld, waardoor in meer dan de helft van de gevallen rechtstreeks in de arteria of vena femoralis werd geprikt. Hechten gebeurde zelden met behulp van een naaldvoerder en pincet. Vaak werd gewerkt met draden met zeer grote naalden die dan met de hand bediend konden worden. Wanneer er wel een hechtset bruikbaar was, was die niet altijd van grote meerwaarde, aangezien naalden zo doorheen het materiaal gleden. Er was slechts één beademingstoestel aanwezig, wat tot moeilijke keuzes leidde wanneer twee patiënten tegelijk geïntubeerd moesten worden. Ook voor monitoringapparatuur moest de overweging gemaakt worden welke patiënt er het meest baat bij had.
Eigen veiligheid
Voor het eerst in mijn opleiding had ik het gevoel dat ik als zorgverlener dagelijks mijn eigen gezondheid op het spel zette. In radiologische verslagen las ik regelmatig dat er aanwijzingen waren voor een actieve tuberculose, waardoor ik al snel mijn shiften met een FFP2-masker doorbracht. Daarnaast blijft HIV zeer prevalent in Zuid-Afrika en volgens de trauma-artsen is ruwweg 90% van de trauma-patiënten HIV-positief, eventueel in combinatie met hepatitis B. Door de aard van de trauma’s waren patiënten vaak met bloed bedekt en het onderzoeken van hun gapende wonden, het hechten zonder set en het plaatsen van thoraxdrains maakten het vermijden van bloedcontact zeer uitdagend. Ik leerde dus snel om nooit een patiënt aan te raken zonder handschoenen en extra voorzichtig te zijn met naalden en scherpe instrumenten. Toen een Zwitserse collega-student uit mijn team zichzelf prikte met een hechtnaald en PEP-medicatie moest starten in afwachting van het bloedresultaat, werden de risico’s plots heel tastbaar.
Ondanks de gevaren en uitdagingen was mijn rotatie op de trauma unit een van de meest intense en leerrijke ervaringen van mijn opleiding. Ik heb dingen gezien en handelingen mogen uitvoeren die ik in België waarschijnlijk nooit meer zal meemaken. Het was confronterend, maar het was een ervaring die ik nooit zal vergeten en ik ben ontzettend dankbaar dat ik dit heb mogen ervaren.
Maak jouw eigen website met JouwWeb